Hoogleraar Lidewey van der Sluis: “Talent is de sleutel tot strategisch succes”

3 mei 2018

De wereld om ons heen is enorm in beweging. Dat maakt dat talentmanagement voor bedrijven steeds belangrijker wordt, zegt hoogleraar Strategisch Talentmanagement Lidewey van der Sluis. Immers, het voorbestaan van je bedrijf hangt ervan af, stelt ze. “Dat vraagt om een nieuw soort leiderschap en een nieuwe dialoog tussen leidinggevenden en medewerkers.

Na haar promotie aan de Erasmus Universiteit en het prestigieuze Tinbergen Instituut ging Lidewey van der Sluis werken als universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Later stapte ze over naar de Nyenrode Business Universiteit, waar zij in 2008 werd benoemd tot hoogleraar. Sinds 2012 is zij tevens buitengewoon hoogleraar aan de North-West University in Zuid-Afrika en visiting professor aan de Berlin School of Creative Leadership. Van der Sluis is de eerste wetenschapper in Nederland die het vak Strategisch Talentmanagement ontwikkelde op basis van wetenschappelijke kennis en praktijkonderzoek.

Lidewey van der Sluis studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens haar studie raakte ze gefascineerd door de gedragsaspecten binnen de economie, vertelt ze. “Waarom doen mensen de dingen die ze doen, en niet doen? Welke rol spelen talenten daarbij en wat is de invloed van keuzes en kansen op de ontwikkeling van mensen? Dat zijn zaken die mij bijzonder interesseren.”

Talentmanagement

“Talentmanagement houdt in dat je ervoor zorgt dat jouw organisatie kan blijven voortbestaan, en dat je daarvoor de juiste mensen aantrekt en behoudt. Het gaat om vinden, binden en boeien. Maar ook om afvloeien, als mensen niet passen bij de missie, visie en strategie van jouw organisatie”, zegt Van der Sluis. “Talentmanagement begint in de boardroom: daar bepaal je wat voor organisatie je wilt zijn en wat voor mensen daar vervolgens bijpassen.”

Businesscase

En dat talentmanagement wordt steeds belangrijker, óók voor metalektrobedrijven, benadrukt Van der Sluis. “Globalisering, een groeiende operationele complexiteit, de verouderende beroepsbevolking, de schaarste aan talent en de grotere internationale arbeidsmobiliteit maken dat de strijd om talent een businesscase geworden is. Talent is de brandstof voor de toekomst en de sleutel tot strategisch succes.”

Maar wat vraagt dat van organisaties? Van der Sluis: “Pas als een medewerker zijn kwaliteiten ook daadwerkelijk inzet om het doel van de organisatie te bereiken, wordt zijn of haar talent effectief. Talentmanagement vraagt om een ander soort leiderschap. Het vraagt om leiderschap 3.0.” Een directieve manier van leidinggeven is niet meer van deze tijd, stelt de hoogleraar. “Daar haal je niet het talent van mensen mee naar boven. Wat nodig is, is een horizontale manier van leidinggeven.”

Open houding

Bij die nieuwe manier van leidinggeven hoort volgens Van der Sluis ook een nieuwe dialoog tussen de leidinggevende en de medewerker. “Het belangrijkste uitgangspunt daarbij is: ‘hoe kunnen we er samen voor zorgen dat deze organisatie in de komende jaren nog bestaat?’.” Dat vraagt om een open houding van een leidinggevende, zegt Van der Sluis. “De leidinggevende moet aan de medewerker de goede vragen stellen én goed luisteren naar de antwoorden. Waar krijgt hij of zij energie van? Waar gaat iemands hart sneller van kloppen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat jouw talent tot zijn recht komt? De leidinggevende is een soort tuinman, die de grond zodanig weet om te ploegen dat mensen de kans krijgen om te groeien.” En vertrouwen is daarbij essentieel, aldus Van der Sluis. “Er is heel veel te winnen als mensen zich empowered voelen. Dat geeft mensen vleugels.”

“Talentmanagement vraagt een ander leiderschap”

Leiderschap 3.0

Dat betekent volgens Van der Sluis tevens dat organisaties niet uitsluitend moeten selecteren op kennis, ervaring, vaardigheden en kunde, maar meer op karakter. “Daar zit de motivatie als motor van de arbeidskracht. Vervolgens bepalen de werkomgeving, de leiderschapsstijl en organisatiecultuur of een medewerker goed functioneert of niet. Mensen worden pas een talent in een context die bij hen past.” Maar met de ontwikkeling van één groot talent, ben je er nog niet, zegt Van der Sluis. “Een medewerker is onderdeel van een groter geheel , waarbij ieder zijn eigen talent heeft. En al die talenten samen zijn nodig. Dat is wat in de wetenschappelijke literatuur ‘eco-talent’ wordt genoemd. Het gaat niet om individuen, maar om het ‘ecosysteem’ als geheel.”

Van der Sluis denkt dat A+O als opleidingsfonds een wezenlijke bijdrage kan leveren aan talentontwikkeling. “Stilstand is achteruitgang: mensen moeten blijven leren. De wereld is enorm in beweging en dus zijn opleiding en ontwikkeling en de focus op duurzame inzetbaarheid essentieel. Het succes van bedrijven hangt uiteindelijk af van het menselijk kapitaal, hoeveel robots of computers er ook mogen zijn.” Het zou volgens Van der Sluis dan ook verstandig zijn als A+O zich nog meer gaat richten op het leiderschap 3.0. “Daarbij gaat het dus om plattere organisatiemodellen, een horizontale leiderschapsstijl en het bevorderen van een nieuwe dialoog tussen leidinggevenden en medewerkers. Daar moet naar mijn mening de focus liggen om de sector klaar te stomen voor de toekomst.”

Meer informatie

Lidewey van der Sluis, telefoon 06-12916857 of per e-mail: lidewey@learningvision.nl.

Blijf op de hoogte!

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang als eerste nieuws over de sector.

Ter inspiratie / alle berichten