Onderzoek van opleidingsfondsen naar werkplekleren

18 april 2019

Zes technische opleidingsfondsen zijn gezamenlijk een onderzoek gestart naar het werkplekleren De resultaten worden in juni gepresenteerd. Door razendsnelle technologische ontwikkelingen is het meer dan ooit nodig om kennis van medewerkers up-to-date te houden. “Werkplekleren kan zowel een medewerker als een bedrijf een positieve impuls geven.”

Werkplekleren is het leren op de werkvloer”, zegt A+O-projectleider Manon Lubbers. “Daarbij gaat het niet alleen om vakinhoudelijke competenties, maar ook om soft skills en niet-technische vaardigheden die je in je functie nodig hebt om goed te kunnen functioneren.” Werkplekleren gebeurt spontaan maar kun je ook begeleiden, vertelt ze. “Denk bijvoorbeeld aan instructie op de werkplek over een nieuwe lasrobot, coaching, intervisie, meelopen met een collega of reflectiegesprekken. Bij werkplekleren gaat het niet om georganiseerde scholing, zoals het volgen van een training of opleiding.”

Concurrentiekracht

“We zien momenteel dat technologische ontwikkelingen onverminderd doorgaan. Wil je je medewerkers up-to-date houden, dan kan werkplekleren daarbij een belangrijke rol spelen. Het is een uitstekend instrument om werknemers duurzaam inzetbaar te houden en de concurrentiekracht van je bedrijf te versterken.” In de recente Arbeidsmarktmonitor die A+O uitbracht, gaf 95% van de bedrijven aan met werkplekleren bezig te zijn, al dan niet bewust. Lubbers: “Het gebeurt dus veel in de praktijk. Maar de vraag is wat er voor nodig is om dat werkplekleren efficiënt en professioneel in te richten. Vandaar dat de zes opleidingsfondsen – A+O, OOM, OVP, OOMT, OOC en OTIB – gezamenlijk hebben besloten om daar een onderzoek naar te laten doen.”

“Werkplekleren is een stimulans voor innovatie”

Het onderzoek is uitgevoerd door het bureau TriamFloat, aldus Lubbers. “Er is literatuuronderzoek gedaan om vast te stellen wat er nodig is om het werkplekleren optimaal vorm te geven. Daarnaast zijn er ook een aantal best practices bekeken: tien bedrijven uit de zes sectoren die al in al een ver gevorderd stadium zijn met het organiseren van werkplekleren.”

Slagingskans

Uit het literatuuronderzoek van TriamFloat blijkt dat er een aantal factoren zijn die slagingskans van werkplekleren vergroten. “Zo is het bijvoorbeeld een voordeel als werkplekleren vanuit de organisatie wordt gefaciliteerd en gestimuleerd. Wat ook helpt is een duidelijke bedrijfsvisie op het ontwikkelen van medewerkers. Verder is een coachende en ontwikkelingsgerichte stijl van leidinggevenden cruciaal, waarbij wordt gekeken naar wat iemands kwaliteiten zijn in plaats van te kijken naar de kaders van de bestaande functie. En natuurlijk is een lerende houding van een medewerker essentieel!”

Vervolgens zijn pilots opgestart bij een aantal bedrijven. Lubbers: “Bedrijven worden begeleid bij de problemen waar zij tegenaan lopen rondom leren op de werkplek. Bij alle pilots wordt concreet gekeken wat nu wel en niet in de praktijk werkt. Bijvoorbeeld hoe je het beste specialistische kennis van een oudere op een jongere werknemer kunt overdragen. Of hoe je ervoor kunt zorgen dat ook nieuwe collega’s goede werkinstructies en begeleiding krijgen.”

Veel opleveren

Zeker in deze tijd waarin de wereld snel verandert, kan werkplekleren voor zowel de medewerker als een bedrijf veel opleveren, stelt Lubbers. “Werkplekleren vergroot niet alleen de inzetbaarheid. Ook de betrokkenheid en motivatie van een werknemer wordt groter. Hij of zij maakt een persoonlijke ontwikkeling door en kan groeien in een nieuwe rol.” Bovendien kan het volgens Lubbers het bedrijf ook een positieve impuls geven. “Het leidt tot een hogere productiviteit en kwaliteit van je werknemer, product of dienst. Het is belangrijk dat er continu geleerd wordt op de werkplek. Hiermee ontwikkelen zowel de werknemer als de organisatie zich, waardoor het een stimulans voor innovatie is. Op termijn betekent dat dus een hogere return-on-investment.” Daarmee snijdt het mes dus aan twee kanten, concludeert Lubbers. “Bedrijf én werknemer worden er beter van. Ik kan daarom alle A+O-bedrijven aanraden om kennis te nemen van dit onderzoek. Want het kan je helpen om je eigen organisatie nog sterker te maken.”

Op 19 juni wordt er een interactieve conferentie georganiseerd, waarbij de resultaten van het onderzoek en de pilots van de zes opleidingsfondsen worden gepresenteerd.

A+O contactpersoon

Manon Lubbers
Manon Lubbers
Projectleider/adviseur

Blijf op de hoogte!

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang als eerste nieuws over de sector.

Ter inspiratie / alle berichten